Een separatiestoornis of verlatingsangst komt bij nagenoeg elke mens voor in zijn eerste levensjaren.
Wanneer een kind voor het eerst in een situatie komt waarbij het gedurende langere tijd gescheiden wordt van zijn ouders, zien we de eerste symptomen.
Dit gebeurt bij baby’s die in hun eigen kamer moeten slapen, kleuters die naar school gaan of jonge kinderen die op kamp gaan met de jeugdbeweging.
Gelukkig zijn deze vormen van verlatingsangst een natuurlijke reactie op een nieuwe situatie en lossen ze in bijna alle gevallen zichzelf op.
Wanneer verlatingsangst echter optreedt bij volwassenen is een oplossing niet zo eenvoudig gevonden.
Verlatingsangst is de schrik om achtergelaten te worden door één of meerdere individuen. Vaak situeert verlatingsangst zich binnen een relatie en staat dan recht tegenover bindingsangst.
Waar mensen met bindingsangst schrik hebben om een engagement aan te gaan, hebben mensen met verlatingsangst gedurig schrik dat de ander niet bij hen zal blijven binnen die relatie.